19-12-2009

Daar word aan de deur geklopt; short story; 4.1

Sinds de dood van Lotte is hij ook zichzelf niet meer. Hij is niet meer die Joris van toen. Hij leeft niet meer. Alsof hij op stand-by staat. Zijn levenslust is samen met dat van Lotte naar de bodem gezakt. Zittend in een diepe put vol verdriet en tranen verlangt hij naar het verleden en haat hij het heden. Lotte is namelijk het verleden, alleen hij krijgt haar nooit meer terug.

Ondertussen was ik de borden af met wat lauwe sop. Stukjes bami dwarrelen door het water. Achter mij op tafel staat nog steeds dezelfde rotzooi als gisteravond. De broek van Joris ligt ook nog op tafel. Een pijp zit nog vol met kots en bier. Die kan net zo goed weggegooid worden.

Als de vaat klaar is begin ik aan de tafel. Er hangt nog steeds een zure geur in de kamer. Als ik naar de broek kijk vol met kotsplekken weet ik weer genoeg. De broek is besmeurd met kots. Het is al hard geworden. Als ik de broek op pak blijven de pijpen stijf, alsof het net gestreken is. Plots hoor ik iets vallen. Iets kleins, iets lichts. Ik kijk op de grond en zie iets wegrollen. Na een meter valt het stil en op zijn kant. Het lijkt wel een pilletje. Als ik mijn ogen een beetje dicht trek om scherper te kunnen zien weet ik het zeker. Het is een pilletje. Ik raap het op om te kijken wat voor pilletje het is. De ene kant van het pilletje is vlak. Op de andere kant is het adidas teken gedrukt.

Drugs. Niet te geloven. Hij zit gewoon aan de drus. "Ej Bas, kom eens". Vragend kijkt Bas naar m'n hand. "Wat is dat? Paracetomol?". "Drugs. Hij zat aan de drugs"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten