14-10-2010

My extreme powers of seduction

Ja! Hier is 't dan! Mijn nieuwste product; My extreme powers of seduction. Mijn eerste ideen om dit te schrijven kreeg ik door dit filmpje. Een classic van Hank Moody. Hij past wel in het rijtje cliche romantische komedie, maar who gives a fuck. Geheel tevreden over het einde ben ik trouwens niet. Mijn pot vol inspiratie was namelijk leeg.


My extreme powers of seduction.


Fietsend over de straten van Tilburg baan ik mij een weg door het late woensdagavond fietsverkeer. Vandaag was weer een dag zoals altijd. Oppervlakkig, saai, soms interessant, soms irritant en meestal slaapwekkend. Zo'n oppervlakkige, saaie, soms interessante, soms irritante maar meestal slaapwekkende dag zet je wel aan het denken. En dan kwam toch steeds weer een ding terug in mijn hoofd. Ik mis toch wat wel wat, dacht ik. In mijn leven bedoel ik dan. Iets wat iedereen wel nodig heeft en iedereen ook wel krijgt. Maar je moet maar net geluk hebben om het te krijgen. Dat ene ding wat ik bedoel. Dat hele belangrijke ding in je leven, dat is liefde. Ik ben wel weer toe aan een vrouw, een meisje, een minarres, een chick of een one night stand. En om meteen maar het roer om te gooien ga ik daar vanavond wat aan doen. Of ja, dat ben ik van plan. Ik ben en blijf een perfectionist. Ik ga niet met de eerste de beste vrouw naar bed die zo vrijgevig is om haar meest intiemste plekje prijs te geven. Dat wordt dus geluk hebben vanavond. Gij zoekt en gij zult vinden zeiden ze vroeger altijd.


Na een kleine twintig minuten te hebben gefietst ben ik al weer in mijn buurt. Broekhoven, thuis van menig klein crimineel en het goedkope volk van Tilburg. Als je ergens geen mooie vrouwen tegen komt is het daar wel. Ongeveer elk meisje boven de zestien draagt een plamuurlaag aan make-up en tegen de tijd dat ze 25 zijn, zijn ze al verrimpeld door de rookhobby die bijna iedereen er op na houdt daar. Niet echt mijn ding zeg maar.
Maar eenmaal aangekomen in mijn straat valt mijn gedachtegang toch wel even stil. Net als ik mijn sleutel in het slot wil steken wordt er aan de overkant open gedaan.
Het is geen geplamuurde draak die de deur open doet. Het valt eigenlijk best wel mee. Of nee, ze is eigenlijk best wel knap, en druk. Gehaast loopt ze de deur uit terwijl ze kwebbelend naar haar telefoon de fiets op stapt. Ze kijkt even, lacht even en fietst weg. Net zo snel als ze tevoorschijn kwam was ze ook weer weg.


Ik moet nu schakelen. Als ik een echte man ben ga ik nu achter haar aan. Als ik een seconde later weer hetzelfde denk klinkt het eerder iets voor een echte stalker dan voor een echte man. Maar fuck it. Ik leef maar een keer. En ze lachte naar mij. Dat betekent toch wel iets? Ach, wat kan mij het schelen. Met een beweging trek ik mijn sleutel weer uit het slot en stap ik weer op de fiets. Net als ik weg wil fietsen slaat zij de hoek om. Door mijn gare ketting lukt sprinten niet echt maar ik probeer haar zo snel mogelijk in te halen. Als ik diezelfde hoek om sla slaat zij weer een andere hoek om. Nog sneller als net race ik achter haar aan. We zitten nu op dezelfde straat en we fietsen op hetzelfde fietspad. Zo'n 25 meter van mij vandaan zie ik haar nog steeds kwebbelend fietsen.


Wat ben ik eigenlijk in gods naam aan het doen? Ik fiets uit pure noodzaak en wanhoop achter een mooi meisje aan, echt weer iets voor mij. Hoe ga ik haar eigenlijk aanspreken? Dat is toch raar? Iemand zo maar op de fiets aanspreken. Al helemaal als ze aan het bellen is. Dadelijk denkt ze dat ik een of andere crack verslaafde junk ben die mannen pijpt voor geld. Niet echt charmant dus ik moet iets verzinnen waardoor die gedachte niet door haar hoofd zal spoken. Maar wat? Ik ben nu zo'n vijf meter van haar vandaan. Het volgende stoplicht is nog lang niet in zicht dus daar zou ik ook niet langs haar kunnen komen te staan.


Maar dan schiet mij iets te binnen! Iets ongelooflijk onverwachts en raar. Daar moet ze wel voor vallen, hoop ik. Af gaan is ook een kunst en ik ben er vrij goed in geweest. 'Geweest' ja, nu niet meer dus. Ik ga het nu anders aanpakken. Ik fiets nu precies achter haar. Ik kijk even achter mij of er niemand aan komt. Dan zet ik de sprint in om haar vervolgens in te halen. Ik zou haar tijdens het inhalen heel zwoel aan kunnen kijken, maar dat doe ik niet. Te cliche en te onduidelijk in de schemering. Ik ben iets anders van plan. Als ik haar inhaal kijk ik strak voor uit. Ze blijft gewoon doorpraten dus ze zal het waarschijnlijk niet eens door hebben, mooi zo. Ik fiets nu zo'n 2 a 3 meter voor haar. Ik kijk nog even voor de zekerheid snel of ik niet te dichtbij fiets. Nog even gas geven dan maar want ze zit nog te vlak achter mij.
Zo, nu fiets ik ver weg genoeg. Ze fietst nu zo'n vijftien meter achter mij. Dit is het perfecte moment, nu moet ik mijn slag slaan.


Helemaal uit het niets knijp ik vol in mijn voorrem waarna ik mijn stuur compleet dwars draai.In no time wordt mijn fiets geblokkeerd en vlieg ik vol over mijn stuur. Ondertussen knalt mijn voorband vol tegen de stoeprand waardoor ik hard op de grond wordt gegooid. Eenmaal op de grond breekt het spannende stuk aan. Wat zal ze doen. Zal ze doorfietsen en doorbellen? Of zal ze mij helpen? Voorzichtig draai ik mij om. Mijn ooit zo mooie wiel heeft plaats gemaakt voor een oud kapotgereden stuk metaal. Het heeft nu meer de vorm van een hart dan van een wiel. Ze moet nu echt wel afstappen anders moet ik dat hele stuk weer naar huis lopen.

Als ik op kijk zie ik haar steeds dichterbij komen. Ze praat niet meer. Ze trapt niet meer. Ze zit mij alleen maar aan te staren met een gapende mond. "Wacht, ik bel je zo terug", hoor ik haar zeggen. 'Nailed it!' denk ik stiekem bij mijzelf, ze stopt!


En dat doet ze inderdaad. Ook zij knijpt vol in de remmen. Gelukkig is zij niet idioot genoeg om het stuur ook om te draaien. Ze staat voor me stil, stapt af en kijkt me aan. "Gaat het?". "Jawel, niks aan de hand hoor. Dat uh, uh, overkomt mij wel vaker." En toen was het stil. Doods stil. Het enige geluid dat er was, kwam van de auto's. Voorbijrijdend, niets wetend wat zich hier afspeelt. Ze is wel erg mooi eigenlijk. Ze is niet lekker, maar echt mooi. Haar blauwe oogjes schitteren in het straatlicht terwijl ze haar bruin gekleurde haar achter der oortje legt.

"Kom, ik help je wel even". Terwijl ik nog lam op de grond lig tilt ze mijn fiets op.
Waarschijnlijk weet ze niet dat mijn standaard er vorige week is afgereden. Voorzichtig sta ik op. Niet wetend dat ik al sta, zit zij nog steeds mijn standaard te zoeken. "Die is eraf gereden vorige week, als je mijn standaard zit te zoeken tenminste". "Oh haha, ja die zocht ik. Gaat het echt wel? Je viel best wel hard namelijk". "Jawel, mijn fiets is er zo te zien slechter aan toe" zeg ik glimlachend.
Nu dreigt het weer stil te vallen, maar dat gaat niet gebeuren. "Ik ben trouwens Benjamin". "Anneloes", zegt ze net op het moment dat mijn grote rechterhand haar kleine handje omsluit. "Ben jij niet dat meisje dat tegenover mij woont?". Ik zie een klein blozend glimlachje op haar gezicht ontstaan. "Ja". "Woon je daar al lang of niet? Ik heb je namelijk nog nooit gezien". "Ja". De verlegenheid spat er gewoon van af. "Kan je alleen maar 'ja' zeggen?" reageer ik lachend. Nu schiet zij ook in de lach. "Nee... hoor".
Nu valt het mij ook pas op dat ze nog steeds mijn fiets in haar hand heeft. "Zou ik die misschien terug mogen?". Verbaasd kijkt ze me aan. Zij heeft het zelf ook niet eens door blijkbaar. "Mijn fiets, of ja, dat oud stuk metaal wat je in je handen hebt". "Oja", fluistert ze op een zacht toontje.

Oke Benjamin, nu ben je zo ver gekomen. Maak het dan ook mooi af met 2-0, vraagt het dan. "Ging je nog ergens heen of niet?". "Ja.. nee.. hoezo?". "Gewoon".

12-10-2010

My extreme powers of seduction - preview

Hier een preview van mijn nieuwste short story:

Fietsend over de straten van Tilburg baan ik mij een weg door het late woensdagavond fietsverkeer. Vandaag was weer een dag zoals altijd. Oppervlakkig, saai, soms interessant, soms irritant en meestal slaapwekkend. Zo'n oppervlakkige, saaie, soms interessante, soms irritante maar meestal slaapwekkende dag zet je wel aan het denken. En dan kwam toch steeds weer een ding terug in mijn hoofd. Ik mis toch wat wel wat, dacht ik. In mijn leven bedoel ik dan. Iets wat iedereen wel nodig heeft en iedereen ook wel krijgt. Maar je moet maar net geluk hebben om het te krijgen. Dat ene ding wat ik bedoel. Dat hele belangrijke ding in je leven, dat is liefde. Ik ben wel weer toe aan een vrouw, een meisje, een minarres, een chick of een one night stand. En om meteen maar het roer om te gooien ga ik daar vanavond wat aan doen. Of ja, dat ben ik van plan. Ik ben en blijf een perfectionist. Ik ga niet met de eerste de beste vrouw naar bed die zo vrijgevig is om haar meest intiemste plekje prijs te geven. Dat wordt dus geluk hebben vanavond. Gij zoekt en gij zult vinden zeiden ze vroeger altijd.

08-07-2010

Australia 2010

Over anderhalve dag is het dan zo ver. Ik en mijn peetooms zullen voor 3 weken door Australie reizen. Om jullie in het kleine Nederland op de hoogte te houden van mijn avonturen hou ik een blog bij. Ik ben niet echt origineel geweest met de titel dus heb het blog maar gewoon 'Thijs op reis' genoemd, dat rijmt wel lekker. Jullie zullen alleen wel raar op hebben gekeken toen jullie de weblink zagen. Totaal begrijpelijk en ik leg het wel even uit. Blijkbaar was er al iemand met het webadres thijsopreis.blogspot.com, dus heb ik iets anders gekozen. 'Thice on rice' is het geworden. Het is meer een verbastering naar het Engels. Wil je een Engelsman 'Thijs' fatsoenlijk uit laten spreken dan komt Thice toch wel het dichtst in de buurt. 'On rice' komt dan van 'op reis' natuurlijk. Nu lijkt het wel alsof ik 'on rice' zit. Maar we weten natuurlijk allemaal dat rijst geen drug is. Dit was het eerste bericht denk ik zo. Ik weet ook niet of ik veel kan bloggen. Ik heb m'n laptopje mee maar ik weet niet hoe het met internet geregeld wordt. Dus we zien wel hoe ver ik kom.

Ciao!

29-04-2010

And we woke up together not quite realizing how

Ik heb al een tijdje niks meer geschreven. En daarom vond ik het maar weer eens tijd worden voor een short-story. Hier is die dan! Vers van de pers. Ik ben geinspireerd door een nummer van the Arctic Monkeys. Het nummer heet 'Leave before the lights come on'.

Het gaat over een one night stand. Zelf heb ik zoiets nog nooit meegemaakt. Maar over geschreven heb ik wel, zie hier het resultaat. Geschreven met passie, humor en een vleugje fantasie. Enjoy, and give me some fucking feedback, please.

Het suizende geluid van voorbijkomend verkeer maakt mij wakker. Ik hou mijn ogen dicht omdat ik gewoon niet wil weten hoe laat het is. Het kwam 13.00 zijn maar het kan ook 8.30 zijn. Liever val ik weer in die diepe slaap. Alleen het warme lente weer eist dat ik mijn bed uit kom. Na wat pijnzen neem ik toch het besluit om op de klok te kijken. Laten we hopen op een 9 uur. Dan kan ik nog even doorslapen voordat ik weer vakken kan gaan vullen in die klote super.

Daar gaatie dan. Zonder mijn lichaam te verder te bewegen draai ik mijn hoofd naar links. Stiekem begluir ik de klok vanuit een kikvorsperspectief. De kleine wijzer staat net iets onder de 11 en de grote passeert net de 8. Na een denk-moment van een paar seconde maak ik er 10.40 van. Niet slecht. Geen echte overwinning op de tijd maar beter als om 13.00 wakker worden en vervolgens een hartverzakking krijgen door de hitte die zich inmiddels heeft verzameld in je kamer door de zon. De vorige keer dat mij dat overkwam veranderde mijn ochtendpenis linearecta in een slappe zak. Daarbij kwamen nog de opvliegers en kotsneigingen waardoor ik de neiging had om mij zelf met een kaasschaaf te bewerken in een isolatiecel. Oke, misschien is dat wat overdreven. Maar een pretje, dat was het niet.

Ik ga maar weer verder slapen. Nog een uurtje door soezen en dan is het tijd om op de staan. Met een mix van een zucht en een gaap draai ik mij weer om. Alleen dan zie ik iets in mijn bed. Iets wat nou niet elke dag in mijn bed ligt. Voorzichtig ga ik op onderzoek uit door iets dichterbij te kruipen. Wat er ook onder het hoopje dekens ligt, het ademt in ieder geval. Als ik weer wat dichterbij ben is er wat haar zichtbaar. Bruine lokjes komen te voorschijn die leiden naar een wit kopje met rode wangetjes. Gescheiden door een klein smal wipneusje dat leidt naar twee gesloten oogjes. Beide opgemaakt met een diepe warme zwart-rode kleur. Even versteent en verbijsterd staar ik haar aan. Verbaasd kijk ik om mij heen of ik wel in de goede kamer zit. Ben ik niet toevallig in het verkeerde bed beland? Of zit ik gewoon te spacen op een kater?

Geruisloos schuif ik het deken zachtjes van der schouder af. Een half naakt lichaam komt te voorschijn. Waar eerst een hoopje dekens leek te liggen, ligt nu een mooie dame. Een ding is zeker: Een vrouw van zo'n hoge klasse heb ik nog nooit gehad. Ik had eerder verwacht dat ik met een kots vlek wakker zou worden. Nou, niets is minder waar. Ik word gewoon wakker met Aphrodite aan mijn zijde. Volgens mij herken ik haar ook ergens van. Dat kopje, dat haar. Ach, het zal wel niks zijn. Het is vast weer zo'n vage déjà vu die ik wel vaker heb.

Na een flinke rek stap ik uit bed. Wat moet ik nou met haar? Ik zal haar op z'n minst een ontbijtje aan moeten bieden. Dat zal een goede manier zijn om er samen achter te komen hoe we hier terecht zijn gekomen. Op de keukentafel ligt een zwart leren tasje met jasje. Ik zou natuurlijk in het tasje kunnen kijken. Dan kom ik er van zelf wel achter wie het is. Maar laat ik dat maar niet doen, ik vraag het haar zelf wel.

Inmiddels heb ik een simpel ontbijt tafereeltje klaargemaakt met alles erop en eraan. Hagelslag, honing, worstje, melkje, kopjes, eierdopjes en zelfs croissantjes van gisteren. Het wegwerp servies maakt het rijtje natuurlijk af. Misschien niet het ontbijt om een one night stand goed af te sluiten maar ik kom toch wel in de buurt, toch?

In de weerspiegeling van het keukenraam zie ik silhouette naderen. Voetstapjes bevestigen mijn waarneming en haar handen die over mijn rug strijken maken het af. Lieflijk sluit ze mij in met haar armen. "Ik had geen ontbijtje verwacht" fluistert ze in mijn oor. Glimlachend draai ik mij om. "Ja, ik zal toch op de een of andere manier het ijs moeten laten breken niet waar?". Lachend kijkt ze mij aan. Licht nieuwsgierig vraagt ze of ik dit vaker doe. Zo'n one night stands. "Eerlijk gezegd is dit mijn eerste keer, een one night stand dan". "Serieus? Ik had wel een echte casanova achter jou gezocht". "Haha nee, meer een romanticus met een passie voor de vrouwelijke vrucht".

Normaal gesproken leer je elkaar voor de seks kennen. Wij pakten het anders aan. Wat een korte hap leek te worden liep uit tot koffie koud wordend ontbijtje. Ik zweer nog steeds dat ik haar ergens van ken. "Heb ik jou niet ergens eerder gezien?". Met een licht mysterieus lachje kijkt ze mij aan. "Nee, vast niet. Ik ben gewoon een Hollands meisje hoor". Zoekend naar iets kijkt ze plots rond. "Hoelaat is het trouwens?". Als ik mijn hoofd draai en net langs haar kopje heen kijk zie ik de klok. "Even over twaalf". Even lijkt het alsof voor haar de tijd stil staat. Haar ogen sperren en met een lichte shock kijkt ze mij aan. "Kut! Ik moet weg, sorry!". Vlug staat ze op. Met een beweging slaat ze haar koffie achterover. In haar kanten lingerie loopt ze mijn slaapkamer in. Terwijl zij haar outfit weer bij elkaar aan het zoeken is schenk ik nog wat koffie in. Voor haar natuurlijk.

Als ze mijn slaapkamer weer uit komt stormen sta ik al klaar bij de deur. In de ene hand haar jasje, in de ander een grote mok met koffie. "Bedankt voor de leuke nacht". Na een lach en een wangkus wilt ze weg lopen. "Vergeet je niet iets?". Vlug draait ze zich om. "Oh shit. Dankje, trouwens". Het jasje trekt ze vlug aan waarna ze de mok overneemt. "Geen dank", reageer ik lachend. Als ze even snel de tijd neemt om de print op de mok te lezen kijkt ze mij vragend aan. " 'Voor de liefste moeder'? Dit is toch geen hint he?". "Oh haha, nee. We hebben het veilig gedaan". "Mooi", reageert ze met dat herkenbare lachje. Met een zoen in plaats van een kus nemen we afscheid. Even blijf ik in de deurpost staan, dit is misschien de laatste keer dat ik haar zie.

06-03-2010

Een BDE'tje

Op weg naar mijn werk wordt ik opgeschrikt door een rood gevaarte in de verte. Een klein autotje scheurt over de pas gebouwde rotonde. Zal wel zo'n 18 jarige mbo'er zijn die net zijn rijbewijs heeft gehaald. Even crossen over de nieuwe rotonde, kijken of je er ook een beetje op kan driften. Plots houdt mijn mp3 speler er mee op. Geirriteerd probeer ik hem weer aan de praat te krijgen. Maar tevergeefs, de batterij is weer op. Met wat lompigheid stop ik de uitgeputte mp3 speler in mijn tas.

Als ik weer op kijk schrik ik op. Weer dat rode auto'tje. Nog steeds rijdt hij daar, alleen dit keer iets dichterbij en op het fietspad! Met een vaart komt het voertuig steeds dichterbij. Steeds meer stofwolken rijzen op achter de auto, alsof er nog harder gas wordt gegeven. Mijn ogen sperren wijd open. Mijn hart lijkt stil te staan en het zweet breekt me uit. Ik weet al hoe het af zal gaan lopen. Precies zoals het er in de Grand Theft Auto series aan toe gaat. Een niets vermoedend burger zit op zijn fiets. Plots duikt er een BMW op compleet met een achtervolgend politie korps. De fietser wordt vol aangereden waardoor hij over de motorkap vliegt en achter de auto terecht komt. Natuurlijk wordt er gewoon door gereden door de auto's. Dit heeft als gevolg dat de hele groep schietende en schreeuwende politie agenten ook nog een keer over het slachtoffer heen rijden waardoor een volledige revalidatie eigenlijk ook al niet meer mogelijk is. Zo zal het ook bij mij gaan, alleen dan zonder die scheurende politie auto's die ook nog eens over mij heen rijden.
De auto komt steeds dichterbij. Wat een kut manier om je leven te eindigen eigenlijk. Aangereden worden door een auto. Kon ik nog maar even genieten van het leven..

Ik zie alles voorbij schieten. Als ik Gaspard Auge en Xavier de Rosnay voorbij zie komen blijft het even hangen. Ze moeten wel Planisphere Final van Justice op mijn begrafenis draaien! Na de hele reeks die net is voorbij geraast besef ik het. Dit is mijn einde, dit was het dan. Ik sluit mijn ogen en stop met trappen.

Als er na enkele momenten nog niets is gebeurd open ik zachtjes mijn ogen. Met spleetoogjes kijk ik voor me uit. Tot mijn verbazing gaat het rode autotje aan de kant. Ik kijk verbaast naar de auto. Dan zie ik het pas. Achter het stuur zit geen 18-jarige mbo'er. Het is Elsebeth Nagels! En het blijkt ook geen rood kampers golfje te zijn. Het is gewoon het 45 kilometer auto'tje van Elsebeth! Natuurlijk rijdt ze op het fietspad.. Ze mag helemaal niet op de weg. Met een lach en een zwaai raast ze voorbij. En ik ben weer blij. Overreden worden door een 45 kilometer auto'tje, dat is wel heel erg triest.

Notitie:
Dit korte verhaal is speciaal geschreven voor Emma-Sophie Nagels. Ik heb haar familie er maar bij betrokken, ik denk dat ze dat wel leuk zal vinden. En waarom schrijf ik speciaal voor haar? Nou, ze zit helemaal aan de andere kant van de wereld. Ze moet dus al mijn grapjes en 'schrijfkunsten' missen. Daarom dit korte verhaaltje!

27-02-2010

A history of writing

Dit overzicht is niet beschikbaar. Klik hier om de post te bekijken.

11-02-2010

The brutal truth

Verkleumd van de kou stap ik naar binnen. Een golf van warme lucht komt over me heen als ik het bruine cafe binnen stap. Kaarsjes scheiden de liefdevolle blikken van een flirtend paar. Ik weet nog wel dat wij er ook zo bij zaten. Glimlachend door het binnenpretje hang ik mijn jas op.

Als ik mij omdraai zie ik ze al zitten. Blijkbaar heeft ze mij nog niet gezien. Eenzaam aan een tafeltje zit ze met haar glas rode wijn te spelen. Terwijl ze met haar elegante nagels over de rand van het glas strijkt lijkt ze in een hypnose te raken door de zachte wijn aroma's. Als ik dichterbij kom kijkt ze met lege oogjes op. Al snel schakelt ze over naar haar lachje. Alleen deze is niet zo plezierig en oprecht als altijd.

"Beginnen we tegenwoordig zonder mij?" vraag ik lachend. Ze lijkt me eerst niet te begrijpen. Als ik weer naar het glas kijk lacht ze. "Oh, ja. Had een lange dag vandaag. Ik moest de dienst van Corine overnemen". Weer verschijnt hetzelfde onnatuurlijke lachje van net op haar gezicht. Als ik me even omdraai steek ik een vinger in de lucht richting de barman. Knikkend pakt hij een glas en begint hij te tappen.

"Nou, waarom wilde je me spreken?". Weer trekken haar ogen naar het glas. Zachtjes pak ik haar hand vast en smelten ze samen tot een geheel. "Is er iets?" vraag ik zachtjes. "Het spijt me zo". Verward kijk ik haar aan, "het spijt je?". De jonge serveerster verpest het moment als ze het bier met viltje op de tafel neer kwakt. "Hoe bedoel je het spijt je?" vraag ik als ik mijn hoofd dichter naar de hare breng. Plots kijkt ze op. "Tim, hij was hier gister". Langzaam veranderen haar bruine ogen in glazige knikkers. Met wanhopige grote ogen kijkt ze me aan. Haar ogen zeggen al genoeg. Ik leun wat naar achter en kijk haar licht minachtend aan. "Dé Tim?". "Wat is er gebeurd?" vraag ik direct. Als ze weer zwijgend naar haar glas staart valt het stil. Ze kijkt weer op als ik haar zachtjes in de hand knijp. Tranen rollen over haar wang. "Zeg dat het niet waar is". Als ik mijn hand terug neem kijkt ze naar de tafel. De plek waar onze handen eerst geklemd lagen, verzegeld en ontastbaar. Wetend dat dit de laatste keer zou zijn dat haar hand de mijne had geraakt. "Het ging allemaal zo snel. Je weet wat hij voor me betekend. Ik dacht niet na. Het gebeurde gewoon". "En wij dan??" vraag ik op een iet wat botte toon. Met een wanhopige vragende blik staart ze me aan. "Het spijt me zo. Ik wist gewoon niet wat me overkwam. Hij kuste mij gewoon, het gebeurde. En van het een kwam het ander". Tranen stormen als een lawine over der wangetjes."Het gene waar ik altijd van droomde gebeurde. Wie weet wat er zou volgen". Langzaam voel ik een brok in mijn keel komen. Ik had het kunnen weten. Ik zou het zelfde doen. Maar het doet pijn. Ik voel de hamer mijn hart spiesen met spijkers. Nu krijg ik pas door dat ik niet de enige ben die dit hoort. Als ik de barman aan kijk gaat hij weer snel verder met de kassa. Nu komen de tranen naar boven. Sprakeloos kijk ik haar aan. "Kon ik de tijd maar terug draaien" zegt ze zacht snikkend.

Als ik een traan over mijn wang voel rollen sta ik op. Zwijgend pak ik mijn jas en kijk der nog een keer aan. Eenzaam zit ze aan een tafeltje. Huilend met een rood wijntje in haar hand. Ik weet dat het haar spijt. Maar dit is mijn fout, ik had het zien aankomen. Ik leg nog een vijfje op de bar en loop weg. Het gelukkige jonge paar zit er nog steeds. Samen kijken ze me aan. Beide met een blik van medelijden. Beide met de gedachte, dat het bij hen waarschijnlijk ooit hetzelfde zou gaan.